Wat je moet weten over chufa

Chufa is geen noot, geen zaad, geen peulvrucht, geen graan, maar eigenlijk een knol die groeit tussen de wortels van een grassoort (cypergras). Chufa wordt ook wel tijgernoot of aardamandel genoemd. 

​

Herkomst en groeiwijze

De tijgernoten zijn oer-oud: 2,4-1,4 miljoen jaar geleden leefden onze voorouders op tijgernoten. Dit wil zeggen dat ze ook “herkenbaar” zijn voor ons lichaam (paleo-lifestyle). Later werden ze gebruikt door Egyptenaren (5000 V.C.) om brood te maken met chufameel. Vanuit Egypte zijn de chufa’s vervolgens meegenomen door de Moren naar Spanje, waar ze geleidelijk aan verspreid werden en populair geworden zijn om ook in andere vormen te gebruiken: persen tot olie of tot het gekende “notendrankje”, horchata.

​

Gezondheidsvoordelen

Chufa’s zijn zeer rijk aan de vitamines B en E. Daarnaast bevatten ze veel kalium en magnesium.

Per 100 gram bevat deze knol 33 gram vezels, dus het is een goede voedingsbron voor onze darmbacteriën. Deze goeie vezels voor onze darmen, noemen we ook prebiotica.

 

Chufa en darmflora

Er zijn 2 soorten vezels: de “onfermenteerbare” vezels, die je vindt in groenten en fruit. Ze zorgen voor een goeie darmflora. Minder bekend zijn de “fermenteerbare vezels” die ook eindigen in je dikke darm en daar dienst doen als voeding voor je darmflora. Deze worden ook wel prebiotica genoemd.

 

Wanneer de bacteriën in je dikke darm zich voeden met deze vezels, produceren ze butyraten, boterzuur. Deze butyraten voeden de cellen van je darmen. Ze maken de darmen sterker, zorgen ervoor dat er meer voedingsstoffen opgenomen worden, en dat de pH optimaal is. Boterzuur beschikt ook over ontstekingsremmende eigenschappen.

 

Naast gefermenteerde voeding, is chufa ook zeer rijk aan deze gezondheidsbevorderende prebiotische vezels! Chufa’s zijn van nature ook nog eens helemaal glutenvrij én allergenenvrij aangezien deze niet tot de notenfamilie behoren, maar tot de knolgewassen.